Klik hier voor de educatieve video over het hart - en bloedvatenstelsel. (nummer 1)
Het hart- en bloedvatenstelsel van het lichaam bestaat uit het hart, de bloedvaten en het bloed.
Er zijn twee soorten bloedvaten: slagaders (of arteriën) en aders (of venen).
Het hart pompt het bloed uit het hart via de slagaders en het bloed wordt terug naar het hart gevoerd via de aders of venen. De bloedsomloop is een gesloten systeem, d.w.z. dat het bloed de bloedvaten niet verlaat.
Het hart is een holle spier dat door ritmische samentrekkingen het lichaam van bloed voorziet en zo voor doorbloeding van alle organen zorgt. Verder werkt het hart net zoals een pomp.
De leer van de structuur, de functie en de ziekten van het hart, noemt men de cardiologie. Leven zonder hart is voor hogere diersoorten en voor de mens niet mogelijk - het is echter wel mogelijk om met een kunsthart te leven. Tijdens de embryonale ontwikkeling is het hart één van de eerst gevormde organen.
Het bloed brengt zuurstof maar ook andere belangrijke stoffen naar de verschillende organen en weefsels van het lichaam.
De bloedvaten die het zuurstofrijke bloed naar alle organen en weefsels voeren zijn slagaders of arteriën. Deze splitsen en vertakken zich tot ze nog slechts uit dunne haarvaatjes bestaan. Hierdoor krijgt iedere cel van ons lichaam de nodige zuurstof en voedingsstoffen .
Slagaderaandoeningen:
Arteriosclerose, angina pectoris, trombose, beroerte.
Tot de slagaderaandoeningn behoren ontstekingen, infecties en geleidelijke vernietiging van de vaatwanden.
Arteriosclerose, in de volksmond aderverkalking genoemd, is de meest voorkomende slagaderaandoening die vooral bij oudere mensen optreedt en in de industrielanden tot de belangrijkste doodsoorzaken behoort.
Hierbij worden vetstoffen aan de binnenzijde van de slagaderwand afgezet zodat de bloeddoorstroming belemmerd wordt. Een stof die deze vetafzetting bevordert, is cholesterol. Tijdens het verdere verloop van arteriosclerose wordt calcium afgezet en wordt littekenweefsel gevormd, zodat de vaatwand zijn elasticiteit verliest. Hierdoor kunnen zogenaamde aneurysma optreden, plaatselijke slagaderverwijdingen. Bepaalde slagaders maar ook alle vergelijkbare bloedvaten kunnen door arteriosclerose worden aangetast.
Wanneer de slagaders die de hartspier bevoorraden geblokkeerd raken, treedt een pijnlijke angina pectoris op of een hartinfarct.
Arteriosclerose kan tot bloedpropvorming (een trombus) in de slagader leiden.
Zoals men overigens uit wetenschappelijk onderzoek weet, kunnen bepaalde stoffenzoals acetylsalicylzuur en clopidogrel, die de werking van de bloedplaatjes remmen, helpen om trombusvorming te beperken.
De ergste gevolgen van een onderbreking van de bloedstroom door een trombus kunnen zich voordoen in de hersenen, het netvlies en in de ledematen.
Wanneer een grote hersenslagader geblokkeerd raakt, treedt een beroerte op.
De haarvaten worden dan weer venen, die het zuurstofarme bloed naar het hart terugvoeren. De bloeddruk in de venen is duidelijk lager dan deze in de slagaders maar uiteindelijk komt het bloed terug in het hart.
Hierna wordt het bloed vanuit de rechterhartkamer door de longslagaders naar de longen gepompt. Daar wordt de koolstofdioxide uitgeademd.
Het bloed neemt opnieuw zuurstof op en keert terug naar de linkerhelft van het hart.
En dan begint de boedsomloop opnieuw.